Twinkle | Digital Commerce

Een op de zeven Nederlanders koopt online in andere EU-landen

2017-11-11
180101
  • 1:37

Het aantal Nederlanders dat online aankopen doet over de grens is afgelopen jaar niet of nauwelijks gegroeid. Net als in 2011 bestelde 14 procent van de Nederlanders een product of dienst bij een aanbieder in een andere lidstaat van de Europese Unie.
  
Dat blijkt uit recent gepubliceerde cijfers van Eurostat, het statistisch bureau van de Europese Commissie. Het percentage Nederlandse cross-border webshoppers groeide van 12 procent in 2010 naar 14 procent in 2011, maar de adoptie bleef afgelopen jaar op datzelfde niveau hangen.

In bijna alle andere lidstaten groeide het percentage inwoners dat deed aan cross-border e-commerce licht. In Luxemburg is online kopen over de grens verreweg het meest ingeburgerd (60 procent van de bevolking), gevolgd door Malta (38 procent), Finland en Noorwegen (30 procent). De gemiddelde adoptie van de 27 EU-landen kwam vorig jaar uit op 11 procent.

Ambitie
De afgelopen vier jaar nam het percentage grensoverschrijdende online shoppers binnen de EU steeds met 1 procentpunt toe, tot de 11 procent van 2012. Het groeitempo ligt te laag om de cross-border ambitie van 20 procent voor 2015 te halen, zoals die is neergelegd in de Digitale Agenda van Eurocommissaris Neelie Kroes.

Webshoppers versus cross-border shoppers
Eurostat becijferde per land niet alleen het internationale online koopgedrag van alle inwoners, maar ook specifiek dat van webshoppers; mensen die het afgelopen jaar minimaal één particuliere webaankoop deden. Daaruit blijkt dat één op de vijf Nederlandse webshoppers (20 procent) een Europese cross-border shopper is, hetzelfde percentage als vorig jaar. Dat ligt overigens lager dan het gemiddelde van alle lidstaten (24 procent, versus 22 procent in 2011).

70 procent Nederlanders koopt online
Volgens Eurostat kocht 70 procent van de Nederlanders vorig jaar online (binnen en buiten ons land), iets meer dan de 69 procent van 2011. Het Europese gemiddelde kwam uit op 45 procent, versus 43 procent in 2011.